#interview#nieuwsbrief
Ronald vertelt dat hij zijn boek bewust start met de zin ‘Nergens voelt het water zo ver weg als op de bodem van de zee’. De Noordoostpolder, de plek waar Ronald is opgegroeid, is op het land gericht. Het IJsselmeer ligt daar verscholen achter een hoge lange dijk die over een lengte van 23 kilometer slechts drie kleine toegangswegen kent. Het Zuiderzeeverleden en een blik op het gebied werpen vanaf het water heeft altijd al zijn interesse gehad en na het lezen van Henry Havards boek Een pittoreske reis langs de dode steden van de Zuiderzee begon bij Ronald het idee te spelen om de ontdekkingstocht van Havard 150 jaar na dato opnieuw af te leggen. Havard omschreef zijn ontdekkingstocht volgens Ronald heel zintuigelijk. Hij sprak over de woeste zee, de zilte lucht die hij ervaarde, de zeehonden die om zijn schip zwommen en de weilanden die heel kruidenrijk en divers waren. Tijdens het lezen van Havards boek ervaarde Ronald een constante verbinding met het landschap, maar dat is volgens hem vandaag de dag een stuk ingewikkelder. De weidsheid van het water is nog te ervaren, maar op het land bots je ook constant op bouwwerken zoals windmolens, distributiecentra en vakantieparken. ‘Het is moeilijker geworden om een verbinding met het landschap en het water aan te gaan ten opzichte van 150 jaar geleden’, aldus Ronald. ‘Het gaat minder automatisch dan in de tijd van Havard. We moeten hier door alle veranderingen meer ons best voor doen, ook als het aankomt op de omgang met het landschap.’ Volgens Ronald heeft dat enerzijds te maken met beleid, anderzijds met de waardering van het IJsselmeergebied. De aanleg van de Afsluitdijk heeft daarin veel veranderd, want hierdoor veranderde de Zuiderzee in onze zoetwaterplas: het IJsselmeer. In combinatie met het inpolderen van delen van het IJsselmeergebied heeft dit grote gevolgen op de kustbewoners die leefden van het water. Waardering voor de nieuwe ingepolderde gebieden begint langzamerhand te komen, maar dat heeft een paar generaties geduurd. Op de vraag of er een gemeenschappelijke IJsselmeercultuur is, antwoordt Ronald dat dat niet zozeer het geval is. In hoeverre voelt een bewoner van Enkhuizen zich verbonden met iemand uit Almere? In de oudere kustdorpen berust de identiteit nog deels op het Zuiderzeeverleden. Toch speelt het water ook in de nieuwere IJsselmeerplaatsen een steeds belangrijkere rol. Daar is men bezig om een cultuur op te bouwen, maar wel met rekenschap voor het verleden. Als voorbeeld haalt Ronald een gesprek aan dat hij voerde met een Flevolander die zei dat ‘een plek zonder historie elke dag een nieuwe kans biedt om geschiedenis te schrijven’. Volgens Ronald laat dit zien dat er bewustzijn is voor het verleden van een plek én dat het een belangrijke basis is voor de identiteit van een plek. Daarin ziet Ronald ook parallellen met Havard. ‘Hij keek de hele tijd terug in de tijd en vond geschiedenis erg belangrijk, maar tegelijkertijd vond Havard ook dat men vooruit moest gaan; door ontwikkelen, maar wel met rekenschap van de geschiedenis’. Vandaag de dag kunnen we ook nog steeds leren van het verleden. In de tijd van Havard leefde men volgens Ronald nog meer in symbiose met het landschap en de natuur. Na die tijd vond er een gigantische kentering plaats, waarbij we het landschap steeds meer naar onze hand konden zetten. Het landschap werd maakbaarder en onder onze controle. Ronald is van mening dat dat een breuk in de relatie tussen mens en landschap heeft opgeleverd, maar constateert ook dat men zich steeds meer bewust wordt van het gegeven dat we het landschap niet steeds maar verder kunnen controleren en naar onze eigen hand kunnen zetten. ‘Door de klimaatverandering kunnen wij onszelf niet meer boven de natuur plaatsen, […] we moeten meebewegen met de natuurlijke dynamiek van het landschap’. In zijn boek heeft Ronald geprobeerd te laten zien hoe gelaagd het landschap is, ook in combinatie met de bebouwing die in de afgelopen 150 jaar aan de omgeving is toegevoegd. Ondanks alle ontwikkelingen herkent hij vanaf de historische tjalk op het water nog steeds een weidsheid en zijn karakteristieke elementen zoals het aangezicht van de havenbebouwing in de historische steden, de kronkelige dijken en de kaarsrechte dijken van de ingepolderde gebieden afleesbaar. De vraag hoe het IJsselmeergebied eruit zal zien over 150 jaar, als dan opnieuw de ontdekkingstocht wordt afgelegd, weet Ronald nog niet met zekerheid te beantwoorden. Havard had immers ook nooit gedacht dat de woontorens van Almere nu zouden bestaan. Het gebied zal zeker veranderen denkt Ronald, misschien nog wel sneller dan in de afgelopen anderhalve eeuw. Hij hoopt in ieder geval dat de karakteristieken van het IJsselmeergebied dan nog goed herkenbaar zijn en dat nieuwe ingrepen in het landschap plaatsvinden met rekenschap van het verleden.
Meer media